GEDICHT
herinnering
toen ik jong was op het strand
zat in elke poel van elke paal
een krab op teen te wachten
toen ik jong was op het strand
en blootsvoets rende door de kreken
schoot bij elke stap wel kriebel weg
en altijd schrok ik even
toen ik jong was op het strand
krioelden kreken van het leven
het wemelde van strandwezens
die wriemelden rond mijn wreven
mijn vader wist de namen
van de schepsels die ik ving
de schar, de schol, de tong, de prik,
een school van zandspiering
de griet, de bot, de sprot, de naald,
de week- en stekelhuiden,
krabben, kwallen, kokerwormen,
kreeftachtigen in diverse vormen
– ik proefde deze bijvangst:
klanken die vervoeren. later
zou ik netten maken en
weten wat bij welke horen
maar op hetzelfde strand gaapt nu
een wezenloze leemte
de naald is op, de prik is op,
van schelpen rest gebeente
ja, de weidsheid suggereert nog
steeds een schoon en puur beleven
wolkenluchten maken blij,
de zee blijft schelpen geven.
alles is natuur voor wie niet weet
hoe eerst de trossel schuimde
maar mijn voeten weten nog.
dit zijn de laatste fluimen.
Anne Sanderling
Dit is mijn eerste gedichtje. Geschreven en geplaatst ter gelegenheid van Poëzieweek 2016, van 28 januari tot 3 februari. Thema van de poëzieweek is Herinneringen.
Leave a Reply