OPINIE

Het is dus gebeurd: de lerarenbonden hebben zich tegen het vernieuwingsplan van Sander Dekker gekeerd (nu.nlnrc.nl). Daar gaan de mooie adviezen van Onderwijs 2032. Het was te verwachten: de verschillen met het huidige onderwijs en curriculum zijn groot. Maar kunnen we ooit onderwijsvernieuwingen doorvoeren als we wachten op draagvlak? En hoe groot moet dat draagvlak dan zijn? Zullen we met omschakelen naar duurzame energie ook maar wachten totdat er draagvlak is? Of zijn er redenen denkbaar om toch maar alvast te beginnen en al doende draagvlak te creëren?

Voornaamste kritiekpunt van de vijf lerarenorganisaties is dat er onder het onderwijzend personeel onvoldoende draagvlak is gecreëerd voor de plannen van Onderwijs 2032. De organisaties zeggen dus niet dat er onvoldoende draagvlak is, maar dat staatssecretaris Dekker heeft nagelaten om te checken of er draagvlak is. Met andere woorden: de Onderwijscoöperatie vindt dat onderwijshervormingen alleen mogen worden doorgevoerd indien er voldoende draagvlak voor de plannen is onder de leraren.

Erfenis van Studiehuis en Tweede Fase

Ik begrijp waar dit vandaan komt. Toen de Tweede Fase en het Studiehuis werden ingevoerd (1998), interviewde ik docenten die ermee moesten werken. De onduidelijkheid en het onbegrip waren totaal. Docenten mochten niet meer voor de klas staan (want ze waren geen docent meer, maar coach), docenten mochten niet meer nagaan of het huiswerk gemaakt was (want dat viel onder de verantwoordelijkheid van de leerlingen) en docenten mochten geen SO’s meer geven (want leerlingen moesten zelf plannen wanneer ze de lesstof leerden). Misschien was dit niet de bedoeling, maar zo werd het Studiehuis in elk geval wel door docenten geïnterpreteerd.

In 2008 kwam de Commissie-Dijsselbloem (Wikipedia) met een vernietigend rapport: de plannen waren ingevoerd zonder dat er draagvlak voor was en de politiek had zich veel te veel laten leiden door tunnelvisie, financiële overwegingen en de positie van Nederland op internationale onderwijsranglijsten. Het nieuwe motto werd dat het onderwijs rust nodig had. Er ontstond weerstand tegen onderwijsvernieuwingen die van bovenaf worden opgelegd, door mensen die zelf nooit voor de klas hadden gestaan. Langzaamaan vatte de opvatting post dat leraren professionals zijn die zelf wel weten wat goed onderwijs is. Een goede ontwikkeling: eindelijk respect voor de deskundigheid van de docent.

Zijn docenten op de hoogte van de nieuwste onderwijsontwikkelingen?

De vraag is alleen in hoeverre docenten tijd en zin hebben om zich te verdiepen in onderwijsontwikkelingen. Misschien kunnen zij hun vakliteratuur nog wel bijhouden, maar hoe zit dat met de onderwijskundige literatuur? Weten zij wat er internationaal speelt in het onderwijs? En willen zij dat eigenlijk wel weten? Er zijn docenten die alleen al bij het horen van het woord ‘ICT’ in een kramp schieten: géén iPads in onze school! Terwijl ICT zo veel meer (of minder) kan zijn dan iPads. Twee jaar geleden schreef een gerenommeerd gymnasium nog vol trots op zijn website dat de school alle onderwijsvernieuwingen aan zich voorbij had laten gaan. Daar is een woord voor: superioriteitsillusie (Wikipedia).

Wat centraal zou moeten staan bij elke voorgenomen onderwijsvernieuwing, is dat zij gebaseerd moet zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Of dat het geval is bij de adviezen van Onderwijs 2032, kan ik niet beoordelen. Volgens critici, zo schrijft NRC, zijn de plannen in elk geval onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd. Dat die indruk bestaat, zelfs bij docenten die aan de sessies hebben deelgenomen, mag het platform zich aanrekenen. Juist dit was een van de aanbevelingen van de Commissie-Dijsselbloem. Maar om alle plannen nu maar meteen overboord te gooien omdat er geen draagvlak zou zijn?

Goede argumentatie           

Ook de Tweede Kamer deed een duit in het zakje. De kamer gaf Dekker vorige week toestemming om zijn plannen verder te ontwikkelen, op voorwaarde dat docenten zelf genoeg inspraak krijgen in de plannen. Nee! Het moet zijn: op voorwaarde dat de plannen aantoonbaar wetenschappelijk zijn onderbouwd. Want dát moet de doorslag geven, niet of alle docenten het ermee eens zijn. Er zijn ontzettend veel goede docenten, maar er zitten ook fossielen tussen die zich verzetten tegen elke verandering. Sommige veranderingen zijn nodig omdat wetenschappelijk is aangetoond dat ze nodig zijn. Niet omdat sommige mensen het willen en anderen niet. Met het omschakelen naar duurzame energie wachten we ook niet tot alle energieleveranciers en andere belanghebbenden het ermee eens zijn.

Wat staatssecretaris Dekker moet doen, is laten zien dat zijn adviezen een stevige wetenschappelijke bodem hebben. Zo creëer je draagvlak.

 

De cartoon is uiteraard van Fokke en Sukke, ofwel van Reid, Geleijnse & Van Tol. Omdat ik vooralsnog geen cent verdien aan deze blog en omdat Geleijnse & Van Tol niet-commercieel gebruik door particulieren toestaan, denk ik dat ik hem mag gebruiken. Voor meer informatie: www.foksuk.nl.